Hier weer even een berichtje van onze kant. Afgelopen zaterdag is het tijdelijk monumentje voor Tim geplaatst. Hij heeft nu een ‘mooi’ plekje, voor zover je dat mooi kan noemen als je kind in het tuintje van de pastoor ligt… We zijn bezig met het ontwerp voor Tims echte monumentje. Aan de ene kant heel fijn om te doen, aan de andere kant vreselijk, omdat we ons er ook wel van bewust zijn dat dit eigenlijk een van de laatste dingen is die we voor Tim kunnen doen. Terwijl ik dit schrijf besef ik me maar al te goed dat dit niet zo hoort te zijn. Je hoort niet als jonge ouders met een laatste iets bezig te zijn voor je 3!!! jarige kind, en dat dit laatste iets dan inhoudt dat je bezig bent een grafmonumentje te ontwerpen. Zodat hij een ‘mooie’, liefdevolle laatste rustplaats zal krijgen. Net als dat het niet hoort dat wanneer je de publicatie ziet van burgelijke zaken, dat er tussen de overlijdensberichten een naam uitspringt en dat is die van Tim. Niet vanwege zijn naam, maar vanwege zijn leeftijd. Drie jaar hoort niet thuis in zo’n rijtje, waarin voornamelijk mensen worden genoemd die leeftijden hebben bereikt tussen de 70 en 90 jaar.
Dit hoort niet en dit mag ook eigenlijk niet. Toch gebeurt dit. En ook na het overlijden van Tim zal dit niet stoppen. Tim is niet het eerste patientje dat overlijdt aan deze ziekte en zal ook niet de laatste zijn… Hoe erg ik dit ook vind om te schrijven, omdat ik weet dat er nog vele lotgenootjes van Tim zijn. En wat hier dan de reden van is? Wat het doel hier dan van is? Wijzelf zijn hier nog niet achter. Kan ook niet, daar zijn we nog niet mee bezig. Ik weet ook niet of we hier ooit achter komen en of we hier ooit de ruimte voor krijgen om hier mee bezig te kunnen/willen zijn. Wel hebben wij van andere mensen reacties op het overlijden/het ziekbed van Tim gekregen. Reacties van mensen die zich bezighouden met deze vraag. Veelal wordt door deze mensen dan ook beschreven hoe zij Tim zagen/zien. Bijzonder om te lezen, uit sommige verhalen kunnen we ook echt wel troost halen. Daarbij zijn alle kaartjes, mails etc. die wij nog steeds dagelijks krijgen heel bijzonder voor ons. Wat een warmte en liefde gaat eruit van deze reacties. Dat geeft ons echt steun (er zitten reacties tussen waar we echt heel graag op willen reageren, maar wat ons op dit moment gewoon nog even niet lukt! Dus voor iedereen die dit leest, weet dat we het heel erg waarderen!) Wat wij vooral ook heel bijzonder vinden zijn kaartjes van mensen die beoepsmatig bij Tim betrokken waren. Kaarten van mensen die Tim of in sommige gevallen alleen ons maar 1 keer hebben gezien. Mensen van grote, landelijke bedrijven/organisaties, maar ook van mensen die betrokken waren bij Tim als baby. Wanneer je daar dan zulke ongelooflijk lieve, hartverwarmende kaartjes van krijgt is dat heel bijzonder. Mensen die zovele baby’s en/of chronisch zieke kindjes krijgen te zien, maar die dan in zo’n kaart de eerste kennismaking met Tim beschrijven en de indruk die hij heeft achtergelaten. En die daar dan ook in schrijven dat ze zovele kindjes zien, maar dat ze Tim nooit zijn vergeten, dat vind ik heel bijzonder. Bijzonder en bovenal geeft dat een heel goed gevoel, omdat ik daardoor weet dat Tim bij heel veel mensen meer is geworden dan een (patient)nummer. In zijn korte leventje hier heeft hij dat toch maar mooi voor elkaar gekregen! En dan ben ik ook wel erg trots op ons mannetje die nu ergens hoog op z’n wolk zit.
Dat neemt niet weg dat we het op het moment heel erg moeilijk hebben. De fysieke afwezigheid van Tim begint steeds meer door te dringen. De eerste dagen/weken leef je in een roes en lijk je alles ook niet helemaal tot je door te laten dringen. Dit zal zeker een mechanisme zijn van het menselijk lichaam om met deze onmenselijke situatie om te kunnen gaan. Ten eerste om je kind los te kunnen laten, daarna om de dagen na het overlijden door te komen (al die handen schudden, en vooral ook situaties waarin wij veelal andere mensen moesten troosten) en dan de uitvaart. Iets waarvan ik dacht dat ik dat nooit zou kunnen. Nou mooi wel! We konden zelfs ons eigen woordje aan/over Tim zelf voordragen in een bomvolle kerk. Je wordt gedragen, je krijgt kracht, mede door die roes. Wanneer die roes langzaam afbrokkelt begint pas het besef wat er werkelijk aan de hand is. Een roes die trouwens nog steeds niet helemaal weg is, maar waar duidelijk barsten in komen. Bijvoorbeeld op het moment dat je een doosje aardbeien koopt. Dan zie ik Tim voor me op de camping, vorig jaar zomer. Heerlijk buiten in onze eigen tuin daar met z’n bakje aardbeien. Meneer wist heel goed dat hij daar suiker overheen wilde en als zijn bakje dan op was riep hij heel hard: ‘Meer aardbeien!’ Net als het vers geperste glas jus d’orange dat nu voor mijn neus staat (we moeten toch op de been blijven…). Ook zoiets waar Tim dol op was. En zo zijn er heel veel dingen die hele mooie herinneringen oproepen, maar die tegelijkertijd heel veel pijn doen.
Onze dagen zien er nu heel anders uit. Wij hebben hier geen kinderstemmetje meer door het huis schallen. Wij hebben hier geen badrituelen meer met een eigenwijze peuter. En in mijn handtas zit geen voorraad drinken en koekjes meer in geval van nood. Nee, dat alles hoeft niet meer, maar maakt het bestaan wel heel erg leeg… en dat doet heeeel veeeeel pijn.
In het kader dat onze dagen er nu anders uitzien, er is wel een activiteit bijgekomen. Dat is het bezoeken van de begraafplaats. Daar komen we elke dag, soms wel meerdere keren per dag. In ieder geval om elke avond de kaarsjes bij Tims graf aan te steken. Hij mag daar ’s nachts niet helemaal in het donker liggen! Samen met wat plantjes, wat lieve knuffels, z’n fleurige molentje en vlinders ligt hij daar en daar zal hij blijven liggen. Best een vreemd idee, dat hij daar over 50 jaar nog zal liggen…